U zocht voorbeeldzinnen met daarin "trekgeld"
Resultaten 1 - 4 van 4
- plukgeld: trekgeld, striekgeld
- trekgeld: Met die verkoping kreeg die vent aordig trekgeld (Oosterhesselen)
- trekgeld: Tingenswoordig kriegt ze trekgeld bij inzet. Vroeger heugden ze met een kwartien; de heuger kreeg da (Beilen)
- trekgeld: De eerste overloop, waor meestal trekgeld an vastzit (Schoonlo)