U zocht voorbeeldzinnen met daarin "trekkebekken"
Resultaten 1 - 3 van 3
- trekkebekken I: De vruchies van de sleedoorn nume wij trekkebekken of bekketrekkers (Dwingelo)
- trekkebekken I: Aj slim zoere paren harren, dan zeiw: die smaakt niks, det bint zukke trekkebekken (Ruinerwold)
- trekkebekken II: Hij stun aaid veur de spiegel te trekkebekken (Sleen)