U zocht voorbeeldzinnen met daarin "trillen"
Resultaten 1 - 2 van 2
- neusvleugel: Zien neusvleugels begunden te trillen, doou e begunde te praoten (Eext)
- weerwolf: As het 's zummers hiel hiet was en je zag het trillen an de bosraand, dan zeden ze: daor speult de w (Borger)