U zocht voorbeeldzinnen met daarin "trots"
Resultaten 1 - 11 van 11
- gaans: Zij is zo trots as een gans (Roswinkel)
- reuzen: Daor kuj reuzen trots op wezen (Roden)
- trots I: Hie was de trots van zien aolders (Sleen)
- trots I: Ze zult zien trots nog wal breken (Borger)
- trots II: Hij is zo trots as een pauw (Zeyen)
- trots II: Het is nog wel wat een trots bokkie
- trots II: Hai was er trots op dat zien zeun de eerste pries haold had (Gieterveen)
- trots II: Hij is trots op zien verzaomeling postzegels (Gieten)
- trots III: Trots alle vermanings gunk hij deur (Zuidwolde)
- trots III: Trots alle goeie raod dee hij toch zien iegen gang (Borger)
- underscheiding: Hij was barre trots met zien underscheiding (Beilen)