U zocht voorbeeldzinnen met daarin "umhokken"
Resultaten 1 - 4 van 4
- opzetten: As het weer wat opzette, gungen wij wal ies hen umhokken um de hokken wat holler te hebben staon, zo (Hooghalen)
- umhokken: Die bieste moew even umhokken vanaovend (Padhuis)
- umhokken: Of gaot ze misschien al wèer umhokken? Die kunt het nargens lang uutholden (Hijken)
- umhokken: As het een nattige tied is, moej de hokken op het laand umhokken, dan kan de wind de koppen beter dr (Eext)