U zocht voorbeeldzinnen met daarin "umhoog"
Resultaten 1 - 20 van 38
- arbeidsloon: Het arbeidsloon giet algedurig umhoog (Sleen)
- edder: Hie springt umhoog, of e deur een adder beten is (Eext)
- eggen: Stomp eggen, dan legt ze de eeg met de tanden umhoog en scharp eggen, dan gaot de tanden deur de gro (Gasselte)
- graafpoot: Metien giet het spitse snoetien umhoog en krabt de starke graafpooties hèur een weg hen boven
- holtblok: De wind brult in de schörstien en as de de holtblokken oet mekaar knapt, stoeft de vonken umhoog
- holtbok: is een dreepoot, waor ze de bomen an umhoog takelden, um ze op de
- kettenlamp: Kettenlampen kuj umhoog en umdeel doen (Sleen)
- kieft: De kiewiet is een ranger, die langs een stuk gaos makkelk umhoog geeit (Eext)
- lam I: Ik heb de arms zo lam, ik kan ze haost niet mèer umhoog kriegen (Zweelo)
- leewater: Ik bin zo beroerd, het leewater komp mij umhoog
- lieren I: De vracht umhoog lieren (Buinen)
- ongeluk: Wij hadden het ongeluk dat de brug umhoog was
- ranger: De kiewiet is een ranger die langs een stuk gaos makkelk umhoog geeit (Eext)
- rechtgeaord: En de lèer van een rechtgeaord Drents boerenmensk is: Ik moet de petklep umhoog zetten en elk in de
- regenpiep: regenpiepe umhoog (Barger Oosterveld)
- richtfeest: Richten, dat was de gebinten umhoog zetten en dan de platen en de spanten der op. Veur dei tied weur (Barger Oosterveld)
- riesbessem: Met een riesbessem moej vlak vegen en ij moet hum aaid met de bessem umhoog tegen de muur zetten en (Sleen)
- ronkel: Ie hebt van die ronkels, die rankelt tot an de schorstein umhoog (Barger Oosterveld)
- schacht: Um het aander moej de schachten umhoog trappen (Sleen)
- schoter: Degene, die op het voor stun en de garms umhoog stak, was de schoter (Zwinderen)