U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vèer"
Resultaten 1 - 9 van 9
- achterpoot: Een stoel hef vèer poten, zit toch niet zo te wuppen op de achterpoten (Broekhuizen)
- baand I: De toete hef vèer iezern baanden veur de stevigheid (Zuidwolde)
- dielhebber: Hier was vrogger nog een brink, woor vèer deelhebber van waren (Hijken)
- koejuur: Een koegier hef vèer vordels (Fluitenberg)
- kroenband: De toete hef vèer iezern baanden veur de stevigheid, de butenste is de kroonbaand (Zuidwolde)
- oeverland: Hij had 6 bunder gemestlaands heuilaand en vèer bunder oeverlaand (Broekhuizen)
- scharmezeren: De aandere mörgen stund hij al hiel vrog op en scharmezeerde al um vèer ure um het huus van de bur
- törven: Törven is het zetten van vèer streepies mit een dwarsstreepie der deur (Hoogeveen)
- vèer III: Zie waren an het scheuvellopen ien het vèer, ...een laank vèer