U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vaalt"
Resultaten 1 - 20 van 31
- algemien I: vaalt het nogal met (Anloo)
- binnenvetter: Het gewicht, dat vaalt mij nog met, zeker een binnenvetter (Vries)
- boom I: De appel vaalt nich wied van de boom (Barger Compascuum)
- brandewien: Aj mor genog brandewien drinkt, vaalt het zingen je niet stoer (Eext)
- graaien I: Daor vaalt niks te graaien
- hart I: Der vaalt mij een steein van het hart (Balloo)
- klapscheet: Dat wicht vaalt ieder klapscheet veur meraokel
- lieken I: De kaaste vaalt haost uut de lieken (Diever)
- meetgooien: Komp de centen op de meet terecht, dan geldt die niet. Die vaalt er boeten. Ok dennend, die aachter (Eext)
- melkboerenhondenhaor: Het is melkboerenhonhaor, der vaalt niks mit te begunnen (Tweede Exloërmond)
- mond: De mond vaalt hum lös (Anloo)
- o'verlaan II: Dit voor heui moej overlaon, aans vaalt het van de kor of (Eext)
- opboksen: Het vaalt niet mit om aaltied tegen die lu op te boksen (Coevorden)
- pen: De pen vaalt in het pengat (Eext)
- pingat: De pen vaalt niet gooud in het pengat (Balloo)
- poester: Wij hebt poesters plukt. Zie staot noou in de vaos, mor kom der niet an; zie vaalt zo oet 'nkannerk (Eext)
- praanselkont: Daor hej weer zun praanselkont an het woord, IJ vaalt der ja bij in slaop (Eext)
- schemer: De schemering vaalt al in (Een)
- schudder: Het stro lop over de schudder van het dörsmesien en het kaf vaalt dan umdeel (Eext)
- smèerlap: Dat ij zo'n smeerlap wadden, har ik niet daacht; dat vaalt mij smerig of (Eext)