U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vak"
Resultaten 1 - 20 van 44
- bargruumte: De bargruumte is op de dele of in het vak (Barger Oosterveld)
- bezakken: Ik heb nog wat bezakt heui in het vak (Vries)
- bijknippen: As 't heui in 't vak zat, weur de kante bijknipt (Nieuw Dordrecht)
- bult: Bulten zetten was een vak; hier was eine, dei zette 40 vouer op een wagenrad
- deurkneed: Hij is goed deurkneen in zien vak (Zuidwolde)
- gebintstiel: Ien vak lig tussen vier gebientstielen, op elke hoek een stiel (Wapserveen)
- glop II: Wij hadden om het heui naor boven te kriegen een glop in het vak (Vledder)
- golf II: vak
- heuigienspringen: Heuigienspringen deew van een vol vak naor beneden. Die het lef niet haar, sprung vanof de hilde; di (Smilde)
- heuihaak: Met de heuihaok of heuitep huil men vrouger wat heui oet het vak veur de kalver (Eexterveen)
- klamp: Wij hebt nog een mooi klaampien heui in het vak (Hoogeveen)
- kneep: Ie maakt mij niks wies, ik kenne de knepen van het vak (Ruinerwold)
- korrelbos: Korrelbossen kwamen vrouger vaok boven op het vak of korenbult (Zuidlaren)
- middelst: Dat heui in het middelste vak ruukt aordig (Hooghalen)
- miet II: Het vak is vol en nou zette wij het heui an de miete (Havelte)
- nusselkont: nusselkont, as e boven in het hoes zat te vak vlaaien (Eexterveen)
- oetstarven: Het vak van kuper is uut estorven (Meppel)
- oftrekken: Oftrekken is met een rief an het vak of zaodbult langs gaon
- opscheppen: Opschöppen is ook een vak
- opstalen: Veurdat het heui in het vak komp eerst een laoge takkebossen op de grond veur het opstalen (Fluitenberg)