U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vastigheid"
Resultaten 1 - 6 van 6
- vastigheid: Hej nou eigenlijk vastigheid over dat huus? (Noordscheschut)
- vastigheid: Ik möt eerst vastigheid hebben, veur a'k er an begunne (Meppel)
- vastigheid: Laow drekt vastigheid maken
- vastigheid: Hie hef leeiver vastigheid; aal dat lösse is niks, zo zeg e (Eext)
- vastigheid: Hie hef al wat vastigheid (Rolde)
- vastigheid: Dan moet wij der vort maor vastigheid van maoken