U zocht voorbeeldzinnen met daarin "veraandern"
Resultaten 1 - 4 van 4
- aord: Het aord van dat kind kunj toch niet veraandern (Westdorp)
- gang: De gang van zaken kuj niet meer veraandern (Padhuis)
- vermindern: Ik wil van wark veraandern, mor ik wil mij niet vermindern (Gasselte)
- veurstellen: Ik stel veur um het regelment te veraandern (Westervelde)