U zocht voorbeeldzinnen met daarin "verblief"
Resultaten 1 - 3 van 3
- verblief: Zie hebt een tiedelijk verblief in een zummerhoes kregen (Borger)
- verblief: Het verblief ien het ziekenhuus verveelde hum dikke (Ruinerwold)
- verblief: Een gat in de grond, dat was zien verblief (Beilen)