U zocht voorbeeldzinnen met daarin "verdielen"
Resultaten 1 - 4 van 4
- boezelschup: De boezelschup was um modder geliekmaotig te verdielen (Odoorn)
- onhebbel I: Met het verdielen van de arfenis zit er altied wal een onhebbel tusken (Zweelo)
- verdielen: Jonges, hier hej het. Nou muj het zölf maor onder oe verdielen (Hoogeveen)
- verlopen II: Het verdielen van de naolaotenschup verlöp niet aaid in vree (Schoonebeek)