U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vergeven"
Resultaten 1 - 11 van 11
- vergeven I: Wat kik die der vergeven uut (Wapse)
- vergeven I: Hij kek zo vergeven toe, net as of hij in de snei edreten hef (Zuidwolde)
- vergeven I: Dat vogelnussie is vergeven (Roden)
- vergeven II: Die iene dochter van hum, die is nog te vergeven (Hoogeveen)
- vergeven II: Alles is nou vergeten en vergeven (Eext)
- vergeven II: Hij hef hum nooit vergeven dat hij hum te pakken had hef (Broekhuizen)
- vergeven II: Noe haar ik zo'n beste hond en noe hebt ze hum mie vergeven (Barger Compascuum)
- vergeven II: Hai was doodzaik. Hai zee: ze hebben mie vergeven (Valthermond)
- vergeven II: Geest van teer. Doe ik een schoeljonge was hebbe ik mien gebit der hielemaole mit vergeven
- vergeven II: Hij hef zien heile toene vergeven
- vergiftigen: vergeven