U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vergis"
Resultaten 1 - 5 van 5
- vergis: Hij stak het duusien lucifers bij vergis in de buus
- vergis: Dat moej mij mor niet kwalijk nimmen, dat was een vergis (Hijken)
- vergis: Dat is per vergis zo gebeurd (Anderen)
- vergis: Die hadde mien klompen deur vergis an etrökken (Kerkenveld)
- vergissen: A'k mij niet vergis, is e mörgen jaorig (Sleen)