U zocht voorbeeldzinnen met daarin "verhelpen"
Resultaten 1 - 6 van 6
- netbreuk: Een netbreuk kunt ze tegenwoordig vlot met opereren verhelpen (Hooghalen)
- verhelpen: Det euvel is nog wel te verhelpen (Pesse)
- verhelpen: Ik zal dat mankement wal even verhelpen (Dalen)
- verhelpen: Die ziekte is wal te verhelpen (Westerbork)
- verhelpen: Het is zo kepot, der is gien verhelpen meer an (Eexterveen)
- veurkommen III: verhelpen (Fluitenberg)