U zocht voorbeeldzinnen met daarin "verkaveling"
Resultaten 1 - 7 van 7
- boomwortel: In de verkaveling koj nog aal van die boomwortels tegen (Zweelo)
- nusterij: Zie hebt er hiel wat nusterij um had, veurdat ze de verkaveling der deur hadden (Borger)
- oetweg: Deur de verkaveling heb wij een betere oetweg kregen (Borger)
- overbedieling: Hie kreeg wat meer bij de verkaveling, die hef wat overbedieling kregen (Sleen)
- verkaveling: Met die verkaveling komp er hiel wat grond in aandere haanden (Koekange)
- verkaveling: Die mooie stukkies tusken Oring en Klijndiek bint met de verkaveling almaol weggaon (Odoorn)
- wegwarken: Die leegte in het land wördt met de verkaveling wegwarkt (Padhuis)