U zocht voorbeeldzinnen met daarin "verlengen"
Resultaten 1 - 6 van 6
- huurder: Die boerderij wordt verhuurd veur twaalf jaor, en as huurder kunj dat verlengen (Westdorp)
- verlengen: Het riebewies muj op tied verlengen (Sleen)
- verlengen: As de moede veraandert, dan muj de rokken verlengen (Ruinerwold)
- verlengen: Die brei muj even verlengen (Padhuis)
- verlengen: *Aj je leven wilt verlengen, moej het van de slaop ofholden (Hijken)
- verlengsnoer: Mit een verlengsnoere kuj een snoere verlengen (Wapserveen)