U zocht voorbeeldzinnen met daarin "verröt"
Resultaten 1 - 17 van 17
- appelblad: Appelblad verröt vanzölf (Barger Oosterveld)
- geveltop: De geveltop mos vernaid worden, hai was verröt (Tweede Exloërmond)
- kapspant: Der waren een paar kapspanten verröt (Zweelo)
- kezien: Alle kezienen binnen verröt (Norg)
- klamp: De onderste klamp van koustaldeure is verröt (Valthermond)
- körtbult: Körtbult is gien mesbult; het is verröt stro en daor kwam ask en alles in (Gasselte)
- loopwark: Het holtwark is aordig verröt, mor het loopwark zöt er nog good oet (Hijken)
- mispel: Mispels kuj eten as ze haost verröt bint (Borger)
- slagpaol: De slagpaol van de wring is verröt (Roderwolde)
- staonder I: De staonder tussen de schuurdeuren is van under verröt (Hooghalen)
- stoppel: De stoppels en het stro waren mooi verröt in de grond (Gieterveen)
- undereènde: Het underèende van die boom is verröt (Dalen)
- verröt: Hij is lang niet verröt
- verrötten: De èerpels verröt in de grond (Hooghalen)
- verrötten: Dat pèerd verröt het um te trekken (Oosterhesselen)
- weerumpoten: Wij kunt de bonnen wal weerumpoten, ze ligt verröt in de grond (Emmen)
- zunneblinde: De zunneblinden bint verröt (Zeyen)