U zocht voorbeeldzinnen met daarin "verroest"
Resultaten 1 - 9 van 9
- achterstuk: Het achterstuk van de fietse is hielemaol verroest (Klazienaveen)
- ofdrèeien: Die schroeven bint verroest, die kuj zo ofdrèeien
- slieter I: De slieters binnen verroest (Roderwolde)
- understel: Het understel van de kinderwaogen was verroest (Gieten)
- verroest: Verroest, door haar ik nich an dacht (Barger Oosterveld)
- verroest: Een verroest ondeugend varken (Stuifzand)
- verroest: Hij kan verroest hard lopen (Hoogeveen)
- verroesten: Dat pakdraod verroest je, aj dat daor liggen laot (Eext)
- verroesten: Verroest toch, vent (Hoogeveen)