U zocht voorbeeldzinnen met daarin "verroesten"
Resultaten 1 - 5 van 5
- verroesten: De olde mesiene stund buten maor te verroesten (Dwingelo)
- verroesten: Kas um mij verroesten (Padhuis)
- verroesten: Het kan mij niks verroesten (Mantinge)
- verslieten: Ie kunt beter verslieten as verroesten (Odoorn)
- zwadkeerder: Daor stiet nog een olde zwadkeerder te verroesten (Kerkenveld)