U zocht voorbeeldzinnen met daarin "verschiet"
Resultaten 1 - 4 van 4
- verschiet: Het is altied mooi, aj nog wat in het verschiet hebt (Koekange)
- verschiet: Wij zegt: daagse kleren en zundagse kleren en 's aovends het verschiet an (Hoogeveen)
- verschiet: Ie mut ies wat verschiet hebben, dat is iets, daj zo ies anschieten kunt, zonder dat het nou drekt d (Hollandscheveld)
- verschiet: Die hef nog wel aordig verschiet in de kleren (Ruinen)