U zocht voorbeeldzinnen met daarin "versieren"
Resultaten 1 - 8 van 8
- dambèer: Het mooiste kuj de bogen versieren met damberen
- dennengruun: Bie het boge versieren broekt wie wat meer dennegruin (Barger Compascuum)
- lierdreier: Wat een lierdreier, hij wet het altied zo te versieren det hij der het makkelijkste of komp (Koekange)
- palm II: Wij wilt een wagen versieren en dan moew palm hebben (Emmen)
- riebewies: Van een wicht, woor nog wal is wat vuil te versieren, wordt wal zeg: Door is een riebewies bie (Nieuw Schoonebeek)
- toonstelling: Een hiel poos veur de (ten)toonstelling begunt ze al te versieren (Oosterhesselen)
- versieren: Dei wet het altied zo te versieren dat e niks te kort komp (Barger Oosterveld)
- volksfeest: Wij mut veur het volksfeest de bool wat versieren (Fluitenberg)