U zocht voorbeeldzinnen met daarin "verstouwen"
Resultaten 1 - 4 van 4
- verstouwen: Wij kunt het almaol niet verstouwen. Dat is: niet zo gauw kwiet worden (Gasselte)
- verstouwen: Dat moew goed verstouwen, aans valt het um (Klazienaveen)
- verstouwen: Hij et best, hij kan hielwat verstouwen (Nieuw Dordrecht)
- verstouwen: Hij kan hielwat drank verstouwen (Dalen)