U zocht voorbeeldzinnen met daarin "verwachten"
Resultaten 1 - 20 van 20
- arfdiel: Hij hef zien arfdeil al kregen, hij hef niks meer te verwachten (Barger Compascuum)
- domnee: Van een meesters gift en een domeneers fooi muj niet te veule verwachten (Ruinerwold)
- èerdaodig: Zukke gekheid kans van hum niet verwachten, daor is e veul te eerdaodig veur (Coevorden)
- gladjakker(d): Wat woj van die jong verwachten, zien va was ok gien gladjanus
- half I: Dat is zo'n halve, daor kèuj alles niet van verwachten (Hollandscheveld)
- heil I: Van hum kunj niet veul heil verwachten, ie moet het zulf opknappen (Hijken)
- hoop I: Hoop döt leven, ...verwachten (Oosterhesselen)
- knul: Wat woj van die knul verwachten (Klazienaveen)
- maljan: Van dei maaljan kin je zukke raore stekken verwachten (Emmer Erfscheidenveen)
- mispunt: Van zo'n mispunt kin je zukke streken verwachten (Emmer Erfscheidenveen)
- raudie: Dei raudie, door kun ie alles van verwachten (Barger Compascuum)
- rommelpot: Wat kun ie ook verwachten van zo'n rommelpot as die kerel (Ruinerwold)
- tegenkanting: Van hum huuf je gien tegenkaanting verwachten (Balloo)
- tegenstand: Aj dat dout, kuj tegenstand verwachten (Barger Oosterveld)
- verwachten: Ze kunt bij dat feest heel wat volk verwachten (Hijken)
- verwachten: Zo'n lompe menier van doun kin je van zo'n hufter verwachten (Emmer Erfscheidenveen)
- verwachten: Dat kuj net van hum verwachten wezen
- verwachten: *Hoop döt verwachten (Oosterhesselen)
- veurjaor: In het veurjoor kun ie ok van allerhande weer verwachten (Barger Compascuum)
- zuk I: Van zo'n mispunt kun je zukke streken verwachten (Emmer Erfscheidenveen)