U zocht voorbeeldzinnen met daarin "verwachting"
Resultaten 1 - 10 van 10
- boeten II: Het is boeten verwachting goed oflopen (Buinen)
- misselijk: Aj eerst in verwachting bint, kuj oe arg misselijk vulen (Ruinerwold)
- padde I: As een vrouwe in verwachting was en zij schruk veur een padde en zij sleut van schrik mit de haand i
- preuts: en nou in verwachting, en ze was nog wal zo preuts (Westdorp)
- verwachting: Ik heb daor gien hoge verwachting van (Gieten)
- verwachting: Ze hadden er een hoge verwachting van, maor het is op niks oetlopen (Zwinderen)
- verwachting: De verwachting is dat er veule an de vierdaagse mit zult doen (Havelte)
- verwachting: Hej de verwachting veur mörgen nog heurd? (Erica)
- verwachting: in verwachting
- verwachting: Zij is in verwachting van hum (Hoogeveen)