U zocht voorbeeldzinnen met daarin "verweren"
Resultaten 1 - 4 van 4
- verweren I: Het land hef mooi tied um te verweren (Barger Oosterveld)
- verweren II: Het gaoren verweren (Sleen)
- verweren III: Laster, daor kuj oe niet tegen verweren (Meppel)
- verweren III: Dat jonk kan zuch niet verweren tegen zo'n grote slief as doe bist (Westdorp)