U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vettigheid"
Resultaten 1 - 6 van 6
- maiseulie: Aj gien vettigheid hebben mugden, gebroekten ze maiseulie (Sleen)
- opweren: Aj zutigheid of vettigheid eten, dan weert je dat de hiele aovend op (Klazienaveen)
- vettigheid: As de kaor piept, moej der een beetien vettigheid andoen
- vettigheid: Goed in de vettigheid zitten
- vettigheid: Zie eet altied dreug brood, vettigheid kriegt ze nooit
- vettigheid: Ik wil èven een tikkeltien vettigheid halen