U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vlag"
Resultaten 1 - 5 van 5
- modderschip: Dat liekt as een vlag op een modderschuut
- oethangen: Murgen moej de de vlag oethangen (Balloo)
- vlag: Toen hij slaogd was, hebt wij de vlag oetstoken (Gieten)
- vlag: hung de vlag uut (Wapserveen)
- vlag: Ze wunnen met vlag en wimpel (Weerdinge)