U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vlas"
Resultaten 1 - 20 van 29
- bekrupen: Het vlas mus bekreupen worden (Zweelo)
- beukern: Het vlas wur beukerd. Het garst wur ok
- boken: Het vlas weur eerder bookt (Rolde)
- braoken: Het vlas mot neudig braakt worden (Padhuis)
- dieken: Vlas dieken
- hekeln: Het hekkeln gebeurt um het zaod van het vlas of te kriegen (Schoonebeek)
- hekelplaank: Een hekelplaanke, hierachter stunden ien of twei kerels mit een bos vlas in de haanden en slugen dat (Havelte)
- Karst II: Een kèrel as Kas/Haor as vlas/Bienen as een kikker/En nog was het gien dikkerd (Sleen)
- klossiesgaoren: Liesterstrikken wordt wal maakt van vlas of klossiesgaoren (Borger)
- knot: Het mag op het vlas nog wal even dreugen, de knotten bint nog niet good riep (Hijken)
- Lichtmis I: Lichtmis vroeg de zon aan de toren/Dan gaat al het vlas verloren
- lienakker: Het vlas weur vrogger verbouwd op een lienakker, en as het kun bij een rotsloot (Koekange)
- lieneulie: Lieneulie was maakt van vlas (Hijken)
- lienstuk: Lienstukken waren geschikt um vlas op te verbouwen (Westdorp)
- reep III: Ze trokken het vlas deur de reep (Een)
- repel I: Het vlas over de repel haelen (Dwingelo)
- repel I: Der mus nog heil wat vlas repeld worden, man de repel was kört
- reuten: Bai de Matsloot wazzen ze eerder an het vlas rötten (Roderwolde)
- reuten: Vlas reuten gebeurde hier vaak in de stroom (Schoonebeek)
- riest I: ...op Roldermaark jonge wichter, die het vlas niet schoon hadden, met een riest vlas aan de linkerar