U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vlechten"
Resultaten 1 - 4 van 4
- bam I: Bente kuj mèeien, bam niet. Met bam kuj ok vlechten (Sleen)
- huvennaald: Waor zul de huvennaald wezen, ik wil nog even weer met die huve an 't vlechten (Sleen)
- knotwilg: De knotwilg wordt aal jaor snuid, de twiegen wordt bruukt um der körven van te vlechten (Eext)
- strobaand: Een gedreide strobaand kuj een waand van vlechten (Koekange)