U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vleug"
Resultaten 1 - 20 van 22
- alderaosie: Het was een geweldige aldernaosie, toen de auto over de kop vleug (Roswinkel)
- botteroel: Een botteroele was een griesbroene nachtvlinder, dei vleug 's aovend tegen donker (Barger Compascuum)
- finaal: Hij had zo'n gaank, hij vleug finaal de buchte uut (Noordscheschut)
- hagel I: De hagel vleug mij um de oren (Sleen)
- hanska: Ik har aid een hanska, en a'k van schole kwaamp...dan vleug e mij um dree uur al in de muut
- holdemerolde: Holdemerolde vleug over Zuudwolde/Hij had er gien vleis en hij had er gien bloed/En toch was holdeme
- ka I: De ka vleug hum altied achternao (Meppel)
- klepper: Dei had zu'n haost, de klepper vleug hum nao (Barger Compascuum)
- kubben: Oeze pauwe vleug vake weg, maar mien va hef hum ekubd (Meppel)
- op I: De kat vleug de ledder op (Borger)
- punter I: Hij gaf de balle een beste punter, zodat e in een keer het doel in vleug (Hijken)
- rinkeldekinkel: De stein vleug deur de roete; het was rinkeldekinkel (Nieuw Schoonebeek)
- schot I: iniens een schot en de hagel vleug mij um de oren (Hoogeveen)
- toggel: Daor vleug een hiel tjoggel spraoden (Weerdinge)
- vleug: Oppassen met die stof, want der zit vleug an
- vleug: Tegen de vleug instrieken (Roderwolde)
- vliegen: Der vleug een korhaon oet de heide (Drouwen)
- vliegen: De hagel vleug mij um de oren
- vliegen: In een knik in de weg vleug hij de sloot in (Meppel)
- west I: Het vliegtuug vleug van oost naor west (Erica)