U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vleugel"
Resultaten 1 - 6 van 6
- kibbern II: Aj de kiepen iene vleugel kibbert, kunt ze niet meer vliegen (Elim)
- leewieken: Leewieken is hier het puntie van de vleugel ofbreken bij een ente (Zuidwolde)
- schraanseln: As wij een toertie an het schraanseln west bint, pak wij een vleugel en veegt hiermet de doppen van (Eext)
- vleugel: Die veugel hef een vleugel ebreuken (Pesse)
- vleugel: In de oorlog is der bie oes een vleugel van een vleigmesiene deelkommen (Barger Oosterveld)
- vleugel: Zai hebben der een vleugel bie anbouwd, bie dat zaikenhuus (Valthermond)