U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vlooien"
Resultaten 1 - 16 van 16
- flustern: ...is het goud te fluustern, maor nait te vlooien vangen (Valthermond)
- Griet I: ...is wilde kruzemunt en is een good middel tegen vlooien (Ruinen)
- handigheid: Alles is een handigheid en vlooien vangen een gauwigheid (Barger Oosterveld)
- handigheid: Vlooien vangen is een handigheid en in de broek scheiten is vaak een benauwdigheid (Klazienaveen)
- handigheid: Alles is ain wait, mor vlooien vangen is ain handighaid (Valthermond)
- hemd: Aj vlooien vangen wilt, moej het hemd over de kop trekken (Gasselte)
- hondennust: Daor zaoten vlooien in 't hondenust (Roswinkel)
- krabben: Die hond döt niks as krabben op de kop, die hef vlooien (Fluitenberg)
- ofvangen: Dat moej niet weer flikken, want dan za'k oe de vlooien ofvangen
- schobbig: De hond is zo schobbig, hie kun wel vlooien hebben (Drouwen)
- schoekeln: Wat staist doe door aal te schoekeln, hest vlooien? (Valthermond)
- vlo: De kat het vlooien (Roderwolde)
- vlo: Alles is een handigheid en vlooien vangen een gauwigheid (Barger Oosterveld)
- vlo: Aj vlooien vangen wilt, moej het hemd over de kop trekken (Gasselte)
- vlooien: De aopen zit te vlooien (Roderwolde)
- vlooien: Hie zat de hiele aovend um dat wicht toe te vlooien, mor of e der verkering met hef, wee'k niet (Sleen)