U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vos"
Resultaten 1 - 20 van 36
- besingeln: Wij hebt die vos besingeld en toen hew hum kregen (Mantinge)
- gaans: As de vos de passie preekt, boer pas op je gaanzen (Dalen)
- gierig: as een vos (Barger Oosterveld)
- haor I: 'n Vos verlös wel zien haoren, mar niet zien streken (Stieltjeskanaal)
- ies I: Het leit, zee de vos, en hij (Wapserveen)
- klem I: De vos zat met eein poot in de klem (Eext)
- kuur: Der is gien vos zunder kuren (Roderwolde)
- leep I: ...as een vos (Coevorden)
- lei II: Lei, lei, zee de vos, en was achter een bentespier gaon zitten (Hijken)
- leien II: Het laait toch, zee de vos en kroop achter een grasspier (Eexterveen)
- leien II: Het leit, zee de vos, en hij zat mit de starte in het ies (Wapserveen)
- leite: Mooi in de leite, zee de vos, en doe zat hij een uurtien van een bentespier of (Schoonlo)
- listig: Hij is zo listig as een vos (Norg)
- loos I: Dende is zo loos as een vos (Exlo)
- oetgraven: De jaogers wilt astond een vos oetgraoven (Eext)
- pionte: Lei, zee de vos, en hij school aachter 'n pionte (Diever)
- rood II: Die kerel is zo rood as een vos (Sleen)
- schanjern: Een vos en een hond kunt ok wel schanjern (Zuidwolde)
- schoel II: *Ik heb schoel, zee de vos en toen zat hij in de leite op een uur achter een bentespier (Nieuw Dordrecht)
- slauw: Dei kerel is zo slauw as een vos (Emmer Compascuum)