U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vracht"
Resultaten 1 - 15 van 15
- anvulen: hij een zwaore vracht achter hum hef (Wapserveen)
- broken: De peerden mussen der aordig tegen broken um die zwaore vracht deur die modderweg te trekken (Diever)
- even II: Der zit zoveul gaten in de weg, hie mot eerste evend worden, veurdaj er met vracht over kunt (Borger)
- lieren I: De vracht umhoog lieren (Buinen)
- loopkat: Een loopkatte löp langs een balke; ie hijst der een vracht mit op en vervoert die langs die balke t (Hoogeveen)
- manwief: Dei vrouw hulp een vracht pakkies oplaoden, het is een manwief (Peize)
- overheveln: Wie moet die vracht even overheveln op een schip (Klazienaveen)
- riezen I: Een dikke vracht holt, ...heui kun uut mekaar riezen (Ruinen)
- rikkepaol: Wij brengt even een vracht rikkepaolen hen 't laand (Hijken)
- spit I: 46 Spit mes, dat was vroeger een twiepèerds vracht, 2 x 14, 1 x 12 en 1 x 6 (Emmen)
- umzwèeien: Een vracht oplieren, dan umzwaaien en dan laoten zakken in het ruum van het schip (Nieuw Amsterdam)
- vracht: Hie hef een vracht ofbraok ophaold (Anderen)
- vracht: Der zit een beste vracht op (Drouwen)
- vracht: Hie har met de kaolde een hiel vracht an
- vracht: De ieken hadden een vracht ekkels (Diever)