U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vrezen"
Resultaten 1 - 3 van 3
- pienebaanke: Nou je niks te vrezen hebt, hej prooties, mar ie mussen mar ies op de pienebaanke zitten
- vrezen I: Hier bij oous hej niks te vrezen, gao mor rustig zitten (Eext)
- vrezen I: Ie hebt zukke goeie cijfers, ie hebt niks te vrezen (Havelte)