U zocht voorbeeldzinnen met daarin "vrumd"
Resultaten 1 - 6 van 6
- apperaot: Het is een vrumd apperaat, ie muut net weten, hoe aj hum anpakken mut (De Wijk)
- buurt: Der zwarft vrumd volk ien de buurte rond (Ruinerwold)
- sinjeur: Aal mensken die wat aans bint, nuim wa een vrumd sinjeur (Eexterveen)
- vrumd: Ik bin hier vrumd (Sleen)
- vrumd: Dat pèerd is nog een beetien vrumd
- vrumd: Het kwam mij al vrumd veur, dat die kèrel der achter zul zitten