U zocht voorbeeldzinnen met daarin "wagensmeer"
Resultaten 1 - 6 van 6
- glèren: De kinder glèert het oet, zie hebt bij het wagensmeer zeten (Oosterhesselen)
- wagensmeer: Het rad galpt, der möt wagensmeer an (Stieltjeskanaal)
- wagensmeer: Het wagensmeer lekt van de toet of (Emmen)
- wagenzot: Wagenzot is verlopen wagensmeer (Zuidwolde)
- zot I: Zot is het voel, dat slecht wagensmeer achterlat in de toet van de wagen (Dalen)
- zot I: is achtergebleven wagensmeer (Mantinge)