U zocht voorbeeldzinnen met daarin "wakker"
Resultaten 1 - 20 van 24
- bakker: Bakker, vroug op en nooit wakker (Valthermond)
- blèerder(d): Wat is dat jong een blèerderd, die holt oe de hiele nacht wakker (Hoogeveen)
- bons: Een bons op de deure en ik was wakker (Sleen)
- dodde I: Hij is nog niet wakker, hie hef nog zukke dodden, ...kladden in de ogen zitten (Sleen)
- doddelgat: Hee, dodderkop, word is wakker (Donderen)
- fievelekwint: Hij was um de fiebelekwint weer wakker
- geklos: Denk der um daj mij murgen niet zo vro weer wakker hamert met je geklos tegen de deur
- gekoer: Ik wordt 's morgens wakker deur het gekoer van de doeven (Barger Oosterveld)
- grel: Ik was ineins grel wakker
- hanengekrèei: Ik weur wakker van het hanengekrèei (Oosterhesselen)
- hond: Ie meut gien slaopende honden wakker maken (Barger Oosterveld)
- jags: Die jachtse katten hooldt je de hiele nacht wakker (Padhuis)
- klap I: Vrogger haren de nachtwakers 'n klap um de meinsen die wakker waren te waarschouwen, misschien ok wa (Hijken)
- kwelgeest: Dai kwelgeest het mie vannacht wakker holden (Tweede Exloërmond)
- naopien: De naopien hef hum wakker holden (Gasselte)
- por II: Geef hum maar een flinke porre, dan wordt hij wal wakker (Barger Compascuum)
- porder: Vroeger was er een porder um de mensen wakker te porren (Schoonebeek)
- porren: Ie magt hum wel ies wakker porren (Hoogeveen)
- schok: Ik wuir met een schok wakker (Emmer Erfscheidenveen)
- steekmug: De stikmuggen hebt mij vannacht lange wakker eholden (Ruinerwold)