U zocht voorbeeldzinnen met daarin "waogstuk"
Resultaten 1 - 4 van 4
- waogstuk: Het was een hiel waogstuk, mor het is mij toch gelukt (Stieltjeskanaal)
- waogstuk: Een neie zaok begunnen is tegenswoordig een heuil waogstuk (Gieten)
- waogstuk: Ie kunt het preberen, maar het is een waogstuk (Noordscheschut)
- waogstuk: Hai huil nog wel ies een waogstuk oet (Eexterveen)