U zocht voorbeeldzinnen met daarin "warmen"
Resultaten 1 - 2 van 2
- schurk: Hij kan praoten, ie zulden de haanden der an warmen, mar aj hum beter kennen, is het een grote schur (Nieuw Amsterdam)
- warmen: Ik wil mij even warmen bij de kachel (Stieltjeskanaal)