U zocht voorbeeldzinnen met daarin "waslap"
Resultaten 1 - 5 van 5
- smodderig: niet vaak met de waslap in anraking (Oosterhesselen)
- wasdoek: waslap
- waslap: Ons pap hef leiver een waslap as een washaandtie (Norg)
- waslap: Ik striek mij even met de waslap um de kop (Emmen)
- waslap: De waslap hung stief an de spieker, zo hard har het vrèuren (Beilen)