U zocht voorbeeldzinnen met daarin "weelde"
Resultaten 1 - 9 van 9
- bien I: Het bint starke bienen, die de weelde dragen kunt (Oosterhesselen)
- made: Het giet het volk net as de manen, het valt van weelde oet het spek (Zuidwolde)
- nooddruft: Nooddruft is gien weelde (Dwingelo)
- weelde: Die kinder gruit in weelde op (Emmen)
- weelde: Hij kun de weelde niet verdragen (Klazienaveen)
- weelde: De varkens knort van weelde
- weelde: Hij leeft in weelde (Eexterveen)
- weelde: Aj van weelde geeft, is het vaast gien offer (Vledder)
- weelde: Het giet het volk net as de maden; het valt van weelde uut het spek