U zocht voorbeeldzinnen met daarin "weider"
Resultaten 1 - 5 van 5
- vetweider: weider
- weidebiest: weider
- weider: Iene die het laand verhuurt um de biest in te weiden is een weider (Odoorn)
- weider: Een weider mest koenen en melkt niet (Dwingelo)
- weider: Een weider is een (guste) koe, die emest wordt veur de slaacht (Dwingelo)