U zocht voorbeeldzinnen met daarin "weier"
Resultaten 1 - 4 van 4
- kroddezicht: In de weier zat eerder een kroddenzeef (Dwingelo)
- wèeier: In de weier zit een onkruudzeef (Eext)
- wèeier: Hij kreeg een weier um de oren, daor har e niks van terugge (Exlo)
- weier: De jonges bint an het taoibaoien op de weier bij domnie zien hoes (Eext)