U zocht voorbeeldzinnen met daarin "westen"
Resultaten 1 - 20 van 26
- anhalen: De wind haalt toch aordig oet het westen an (Padhuis)
- appelpit: Appelpittien, paerepittien/Waor komp Jan zien vrijer vandaon?/ Van het oosten, van het westen/Van he
- bijbrengen: Het wicht was boeten westen, zij hebt hum met water wèer bijbracht (Hijken)
- bui: Beuien uut het westen bint vake gien besten (Havelte)
- drieven: De locht drif uut het westen
- janplezier: In Hoogevène was de janplezier een wagen mit an beide zieden zitbaanken, in de dorpen ten westen va (Hoogeveen)
- lap: hangt weer een donkere lap in het westen (Odoorn)
- lieken II: Het liekt net of het ien het westen wat opklaort (Ruinerwold)
- mis III: Het was zowied mis as van het oosten naor het westen (Sleen)
- monkeln II: Het monkelt ien het westen, daor komp onweer an (Ruinen)
- nust: De zunne kröp in het nust, in het westen, morgen komp er regen
- oosten: Het lig zo wied van 'nkander as het oosten van het westen (Buinen)
- opheldern: Het holdt gauw op te règen, het begunt in het westen al wat op te heldern (Zuidwolde)
- opheldern: het heldert van het westen oet op (Barger Compascuum)
- oplochten: In het westen locht het al wat op (Elim)
- overlieden: Nao het overlieden van zien volk is e hen het westen trökken (Eext)
- ponum: Ik gaf hum een heis veur zien ponum, dat hij was wel vief minuten boeten westen (Peize)
- umlopen: De wind is omlopen, van het oosten naor het westen (Roderwolde)
- viefokker: Daor in het westen hej nogal wat viefokkers zitten, hier niet (Sleen)
- westen: De zunne zit in het westen (Kerkenveld)