U zocht voorbeeldzinnen met daarin "wilde"
Resultaten 1 - 20 van 51
- arft I: Wilde aarten is vogelwikke
- effie: Wilde effies (Oosterhesselen)
- erpel: Wilde èerappel
- flodder I: Een wilde flodder (Emmer Compascuum)
- framboos: Wilde frambozen (Roden)
- gaans: IJ hebt wilde gaanzen en tamme gaanzen (Odoorn)
- gaans: Zal ik die de wilde geuzen zein laoten? (Barger Compascuum)
- Griet I: ...is wilde kruzemunt en is een good middel tegen vlooien (Ruinen)
- ham II: wilde ham
- ham II: Wilde aom zit in het uur (Roderwolde)
- ham II: Die koe met dat wilde ham in het juur hew verkoft (Padhuis)
- ham II: As ze slim wilde ham hebt, dan hebt ze het helemaol dik under de peinze tot an de veurpoten toe (Hijken)
- hammen: Dat pinke hamt teveule; het kan wel ies wilde wrange wezen
- haor I: Hij is zien wilde haoren kwiet
- haor I: De wilde haoren bint er uut (Ruinerwold)
- harkenbeugel: Op de heuihark zit harkenbeugels, de twiegen bint van wilde rozen (Sleen)
- haver: Der is witte haver, zwarte haver, wilde haver en bonte haver (Padhuis)
- haver: In Zandvoort is nogal leeg laand, venig en daor gruit hier en daor wat wilde haver
- huister: Dat is een roegerd, een wilde huister (Beilen)
- iem: Wilde iemen