U zocht voorbeeldzinnen met daarin "winden"
Resultaten 1 - 5 van 5
- metdrèeien: Hij draait met alle winden mit (Barger Compascuum)
- pink I: Die kuj wal um het pinkien winden
- wèeien: Hie weit met alle winden met
- windejagen: wèeiern, winden
- winden: Is er veur mij nog wat te winden, vruug de stoelenmatter (Sleen)