U zocht voorbeeldzinnen met daarin "wissel"
Resultaten 1 - 9 van 9
- wissel: In het knaol zat een wissel, daor kunden de schepen mekaar verbij (Sleen)
- wissel: In de wissel kunden de schepen drèeien (Beilen)
- wissel: wissel
- wissel: As de zudden zowat dreuge waren, kwamen ze in de wissel (Wapse)
- wissel: Wij hebt weer een wissel van de eerpelmaalfebriek (Kerkenveld)
- wissel: De wissel stun nich goud en doe is de trein oet de rails lopen (Barger Compascuum)
- wisselstee: Een verbreding van een steeg is hier een wissel of wisselstèe (Broekhuizen)
- wisselstee: wissel
- zwèei: Een zwei of wissel in het knaol (Nieuw Dordrecht)